Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar [22]mij aangaande, mijn gebed is tot U, o HEERE; er is een [23]tijd des welbehagens, o God! door de [24]grootheid Uwer goedertierenheid; verhoor mij door de [25]getrouwheid Uws heils. 22. Alsof hij zeide: Ik weet in al deze mijne zwarigheden geen andere toevlucht dan tot U. 23. Besloten in uw wijzen en zeer genadigen raad, waarin Gij de tijden en minuten hebt geordineerd, wanneer Gij metterdaad wilt en zult bewijzen welke gunst Gij uwen kinderen toedraagt. Anders, [in] den tijd des welbehagens verhoor mij, o God, naar, enz. Verg. Jes.49:8; 2 Kor.6:2. 24. Of, veelheid. 25. Dat is, heilzame trouw, die vereist dat Gij naar uwe beloften mij hoort en helpt.